asim zorgt voor jouw asbestattest.

Vanaf 23 november 2022 is een asbestattest verplicht bij de overdracht van woningen en gebouwen gebouwd voor 2001. Tegen 2032 moet iedere gebouweigenaar van een woning of een gebouw gebouwd voor 2001 over een asbestattest beschikken. Het asbestonderzoek van de woning dient uitgevoerd te worden door een door OVAM erkend asbestdeskundige.

 

Maak hier je afspraak voor de opmaak van je asbestattest.

 

 


Wat is nu juist dat asbestattest ?

 


Het asbestattest kadert in het Vlaamse asbestafbouwbeleid. De Vlaamse Regering wil zo snel mogelijk al het aanwezige asbest in Vlaamse gebouwen en woningen, gebouwd voor 2001 in kaart brengen. Door asbest in slechte staat op te sporen en te verwijderen wil ze Vlaanderen tegen uiterlijk 2040 asbestveilig maken.

In gebouwen van na 2000 is het gebruik van asbesthoudende materialen verboden. Heeft u toch nog twijfels over bepaalde materialen, dan vindt u in het postinterventiedossier alle informatie over de materialen die in het gebouw aanwezig zijn. Voor gebouwen gebouwd of verbouwd vanaf 1 mei 2001 is een postinterventiedossier verplicht. 

  

Een asbestattest is het resultaat van een asbestinventarisatie van een gebouw. Op basis van deze inventarisatie levert de OVAM voor elk gebouw een uniek asbestattest af. Dit attest bevat informatie over asbest in het gebouw en toetst of het asbestveilig is. Het beschrijft voor een normaal gebruik van het gebouw welke materialen of gebouwonderdelen asbest bevatten, wat de staat is van het asbest en geeft advies over hoe het veilig kan beheerd of verwijderd worden. 
Dankzij het asbestattest komt u dus te weten welke materialen asbest bevatten en hoe u als eigenaar het gebouw asbestveilig kan maken. De inventarisatie voor een asbestattest is 'niet-destructief'. Een niet-destructieve asbestinventaris beschrijft enkel de materialen die een risico kunnen vormen bij het dagelijks gebruik van het gebouw. Tijdens de inspectie worden nooit wanden of vloeren beschadigd om ingesloten asbest op te sporen. Bij het opstellen van een destructieve asbestinventaris gebeurt dat wel. Toch zijn ook voor een niet-destructieve inventaris soms kleine beschadigingen van verdachte materialen nodig. Vaak kan alleen een laboanalyse met zekerheid bepalen of het materiaal asbesthoudend is of niet. Voor de monstername moet dan een stukje van het verdacht materiaal verwijderd worden.

Bron : www.ovam.vlaanderen.be

  

Aanwezigheid asbest = risico. Recent onderzoek toont aan dat alleen al de aanwezigheid van hechtgebonden of niet-hechtgebonden asbest in een gebouw een gevaar kan vormen voor het leefmilieu. 
Dat komt omdat het bindmiddel (vb cement) dat de schadelijke asbestvezels insluit door veroudering en verwering alsmaar zwakker wordt. Daardoor komen de asbestvezels bloot te liggen en kunnen ze in de omgeving terechtkomen.
Hoe slechter de toestand van een asbesttoepassing, hoe moeilijker het wordt om ze veilig te beheren en te ontmantelen. Bovendien lopen ook de maatschappelijke kosten steeds meer op, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid of voor de bouw- en recyclagesector. 

 

Massaal aanwezig in Vlaanderen. Tot het gebruik van asbest in 1998 en 2001 werd verboden in België, werd de stof tientallen jaren lang verwerkt in meer dan 3500 uiteenlopende toepassingen. 

In Vlaanderen zouden gebouwen en infrastructuur ouder dan 2001 zo’n 2,3 miljoen ton aan asbesthoudende toepassingen bevatten, goed voor: 

  • ruim 2,8 miljoen woningen; 
  • 354 000 niet-residentiële gebouwen; 
  • 40 000 kilometer aan nutsleidingen. 

De kans dat u in Vlaanderen asbest aantreft in een woning, appartement of school is dan ook zeer groot. In 70 tot 90 procent van de gevallen loopt u het risico op asbest te stuiten, tenzij er een totaalrenovatie heeft plaatsgevonden. 

 

Actieplan Asbestafbouw : Asbestveilig Vlaanderen 2040. Daarom keurde de Vlaamse regering in 2018 het Actieplan asbestafbouw goed dat ervoor moet zorgen dat Vlaanderen tegen 2040 asbestveilig is.
Het plan is opgebouwd rond 2 peilers: asbestinventarisatie en asbestverwijdering, en bevat verschillende maatregelen om risicovolle asbesttoepassingen versneld uit onze gebouwen te verwijderen. 

Enkel asbesttoepassingen in goede staat mogen nog aanwezig zijn in onze leefomgeving. Al het risicovolle asbest moet op een veilige manier weggenomen en opgeborgen worden. 

Asbesthoudende materialen zijn een risico als ze door beschadiging, veroudering of verwering schadelijke asbestvezels afgeven in de omgeving. Ook wanneer de kans bestaat dat een asbesttoepassing asbestvezels afgeeft, wordt ze als risicovol beschouwd. 
Meer over het actieplan. 

De keuze om naar een asbestveilig Vlaanderen te gaan is een weloverwogen keuze. Nadat een maatschappelijke kosten-batenstudie is gebeurd, is er een afweging geweest tussen de uitersten van “niets doen” en “toewerken naar een ‘asbestvrij’ Vlaanderen”.  

Het doel ‘asbestvrij Vlaanderen’ is eigenlijk onhaalbaar. Onder onze wegen en gebouwen zit ook asbest; daarnaast zijn er 40.000km ondergrondse nutsleidingen (riolering en drinkwater) in asbestbuizen. In een asbestvrij Vlaanderen zouden al die ondergrondse asbesttoepassingen moeten verwijderd worden. Dat zou betekenen dat je gebouwen moet slopen en vloerplaten moet uitbreken, en alle leidingen moet vervangen. Vlaanderen zou helemaal open liggen met enorme mobiliteitshinder tot gevolg. Er is dus gekozen om naar een ‘asbestveilig’ Vlaanderen te gaan tegen 2040. Dit betekent nog steeds dat 90% van het totaal asbestpassief in Vlaanderen zal moeten verwijderd worden.